Spiegeltje,
spiegeltje … Petra Swaelmans
Toen Poespa weer zo'n
lijvige pil aankondigde, dacht ik even aan mijn rug. Niet figuurlijk, maar
letterlijk: 600 bladzijden Wonderland in mijn tas is een gewicht waar je
wervelkolom geen ‘ja’ tegen zegt. En toch, hoe mooi ook vormgegeven, met
illustraties om te likkebaarden en een parade aan schrijversnamen die elk op
hun manier eer willen betuigen aan het absurde, het magische en het speelse,
vroeg ik me af of het lezen niet zwaarder zou wegen dan het tillen.
Ik ben van de horror. Geef mij je donkere kelders, je dode meisjes en je moreel rotte verhalen waarin alles schuurt. Maar dan glipt Alice weer mijn hoofd binnen, in flitsen van nonsense en spiegelwerelden, met een logica die alleen binnen dromen werkt. En eerlijk is eerlijk: veel van deze verhalen barsten van de weirdness waar ik heimelijk dol op ben. Het is een caleidoscoop van stijlen, niveaus, vondsten en verdwaalroutes. En dus las ik ze, alle vierenzestig. Niet met witte handschoenen, wel met een rode pen.
De essays heb ik
gelaten voor wat ze waren, da’s niet zo aan mij besteed.
Hieronder mijn
bevindingen:
Bruno Lowagie –
Reflectie, inflectie
Spiegelingen als denkexperiment: speels, slim en kritisch. Alice is hier meer
geest dan meisje, scherp en ontwapenend tegelijk. Een filosofisch pareltje over
identiteit, waarneming en de dunne grens tussen optica en opinie.
Johan Klein Haneveld
– De dodo en de domineeszoon
Een liefdevolle, tragikomische ontmoeting met Carroll zelf. De dodo als
existentiële toetssteen. Subtiel proza met een diep heimwee naar verbeelding –
en een onderhuidse queeste naar bestaansrecht.
Frank Roger –
Spiegeltje, spiegeltje
Een opgepoetste satire over schoonheidsidealen en techmonopolies. Niet subtiel,
maar wel raak. De spiegel liegt — zoals marketing altijd al deed. Jeukende
post-ironische glimlach gegarandeerd.
Alexandra Dingenauts
– Paddo’s
Een tripverslag als initiatieverhaal, brutaal en heerlijk ongeremd. De mix van
opera, psychotropen en maatschappijkritiek werkt verrassend ontwapenend. Rudy
de Rups als therapeut: bizar, maar geloofwaardig in deze logica.
Frank Beckers – Haiku
‘Een konijnenhol’
Valt, valt niet... Een kwantumhaiku die doet glimlachen en toch iets losmaakt.
Knipoog naar Schrödinger meets Carroll. Fris en kernachtig.
Charles van Wettum –
Alice in Kwantumland
Episch én intiem, als Interstellar door de lens van Lewis Carroll. De
samensmelting van liefde, verlies en kwantumverbeelding is indrukwekkend. Eva’s
pijn en Alice’ duizelingwekkende reis beklijven lang na de landing.
Anna Mattaar –
Wederwaardigheden van een Kollumer Kat
Een heerlijk zintuiglijk en taalkundig spel met absurdisme. De Kat observeert
met ironisch mededogen, Wonderland keert als chaotisch organisme terug.
Klassiek van toon, maar met frisse flair.
Finn Audenaert –
Shoppen in de buurtsuper
Alice tussen winkelkarretjes en zelfscankassa’s. Filosofie uit het schap
gehaald, maar helaas niet vers. Wonderland als Lidl is even geestig als
schrijnend — maar het idee raakt snel over datum.
Heleen van den Hooven
– Alice en de Mor-Aal
Een mystieke wezensparade die probeert te fluisteren maar vooral mompelt. Alice
lijkt hier vooral figurant in een droom van een dromer die zichzelf net iets te
serieus neemt.
Jasper Polane – De
vrouw met het zwaard
Heroïek met een vrouwenhart, maar weinig wonderland. Meer Aragorn dan Alice.
Zwaardvechten in een spiegelzaal vol clichés – dit verhaal draagt zichzelf als
een cape: stoer, maar iets te zwaar.
Remi Lootens – Een
wekkertje voor iedereen
Een absurdistisch verhaal over controle, routines en de verlammende kracht van
keuze. De toon is droog, de onderlaag wrang. Het wekkertje als symbool voor het
bestaan: alles blijft rinkelen, ook als je nergens meer naartoe hoeft.
Ruben De Baerdemaeker
– Haiku ‘Ze droomt in de zon’
Mooi beeld, netjes vormgegeven. Helaas te vrijblijvend om beklijvend te zijn.
Deze droom mag rustig verder slapen.
Mike Jansen – Van de
zee, gedroomd
Een melancholisch verhaal waarin herinnering en verlangen samenvloeien. De zee
als oord van verdriet en zingeving. Gelaagd zonder te uitleggerig te worden.
Een stille vertelling die goed werkt in zijn ingetogenheid.
Tais Teng –
Vorpalzwaarden en de Zee der Tranen
Een visuele lawine van concepten en kleuren. Het verhaal barst van ambitie en
groteske charme. Wie houdt van overdaad vindt hier een wonderlijke combinatie
van dreiging en glans. Wonderland als slagveld vol fonkelende resten.
Jaap Boekestein – Tik
tok, klik klak
Wonderland wordt hier een mechanisch doolhof, bevolkt door klokken en kromme
logica. Speels en duister tegelijk. De ritmische titel draagt het verhaal
verder dan je verwacht. Een geslaagde hybride van klokhuis en hersenspinsel.
Ada Martens –
Gejeremieer
Een lang uitgesponnen klaagzang met weinig glans. De toon is consequent, het
effect vooral vermoeiend. Er is licht aan het einde van de tunnel, maar niemand
heeft de schakelaar gevonden.
Liesbeth Jochemsen –
Kaboutersoep
Een kinderlijke toon met volwassen gruwel. De spanning zit in het contrast
tussen naïviteit en horror. Dit is een sprookje voor lezers die hun soep graag
zwart en verdacht opgediend krijgen.
Ellen Kusters – Een
hart voor bloemen
Een ingetogen reflectie op schoonheid, verlies en herinnering. Taal en beeld
blijven helder en beheerst. De bloemen verwelken niet zonder betekenis. Een
verhaal dat niet schreeuwt, maar toch blijft hangen.
Frank Beckers – De
Poort naar de Toekomst
Symbolisch en groots bedoeld, maar de zeggingskracht blijft steken in
verklarende passages. De poort belooft veel, maar de toekomst blijkt een vrij
lege hal.
Marius Vahlkamp – Als
in een rode droom
Zintuiglijk en vervreemdend. De sfeer trekt je het verhaal in zonder duidelijke
uitleg of kader. Juist dat maakt het sterk. Dit is niet bedoeld om begrepen te
worden, maar om ervaren te worden.
Nel Goudriaan – Het
avontuur van Konijn en Haas
Een ouderwets aandoend avontuur met brave moraal en beperkte inzet. Alsof
Beatrix Potter werd gevraagd om Carroll te citeren. De titel is nog het
spannendste onderdeel.
Anna López Dekker –
Verzet is … zinloos?
Een geslaagde kruising tussen dystopie en absurdisme. De toon blijft droog,
maar de thematiek schuurt. Een verhaal dat onrust zaait met flarden van verzet
en morele vragen in clownspak.
Marleen Oosterbaan –
Een straatkat uit Cheshire
Melancholiek en sfeervol. De kat als zwerver tussen werelden is een overtuigend
perspectief. De toon is mild, de beelden beklijven. Dit verhaal snort zachtjes
maar beslist, zonder zich op te dringen.
Finn Audenaert –
Onverbloemd
Een bloemrijke satire op consumentisme en vervreemding. De toon is licht, de
inhoud somber. Hoewel het concept sterker is dan de uitwerking, blijft de stijl
uitnodigend en precies genoeg om iets te zeggen.
Pam Hage – De Ekster
en de marmelade
Een vrolijke fabel met moraal en glans. Niet bijzonder verrassend, maar vlot
geschreven. De Ekster krijgt wat hij verdient, en de lezer krijgt een glimlach
cadeau. Niets mis mee, behalve wat je mist.
Nora De Baerdemaeker
– Een duister kopje thee
Klassiek Engels theeritueel met een vleug ontbinding. Onder de nette
oppervlakte borrelt iets ongemakkelijks. Elegantie met rotte randjes. Een fraai
en zorgvuldig klein verhaal dat tussen het porselein iets verstopt houdt.
Remi Lootens – De
dans der strijders … en het plakkerige plakje cake
Een uit de hand gelopen gevecht tussen absurdisme en chaos. De taart is echt,
de strijd minder. Het verhaal spartelt meer dan het beweegt, maar doet dat met
enthousiasme.
Alexander Olbrechts –
Circus Mirabilis
Zeer beeldend geschreven, met een ondertoon van dreiging en vergankelijkheid.
Het circus als universum van illusie en verdwijntrucs. Een verhaal vol sfeer
dat de lezer onder de grime laat kijken.
Aysline McGrath –
Glazuur
Een kil, strak vormgegeven parabel over uiterlijkheid en vervreemding. Het
zoete oppervlak verbergt een pijnlijk vacuüm. De stijl past perfect bij de
inhoud. Elk detail is bewust gekozen, geen woord te veel.
Imke Vermeij –
Gedicht ‘Fractie-advies’
Een poëtisch experiment dat meer vragen stelt dan antwoorden biedt. De fysica
mag dan quantum zijn, de emoties blijven in het lab. Schrödinger blijft
onberoerd in zijn doos.
Ralph Mulder – Het
aflopende klokje
Een sfeervol verhaal over eindigheid, routine en verstilling. De tijd kruipt
hier als een personage door het verhaal. Geen groot drama, wel een kleine
verstoring die je ongemerkt bijblijft. Subtiel uitgevoerd en zonder loze
versiering.
Hanneke Simons –
Alice en het rijmwezen
Creatief concept met liefde voor taal. De speelse toon werkt, al krijgt het
verhaal inhoudelijk te weinig grip. Alsof een rijmwoordenboek een toneelstuk
opvoert in een lege zaal.
Cecile Koops – Een
kwestie van tijd.
Doordacht verhaal over keuzemomenten en parallelle werkelijkheden. De structuur
is helder, de boodschap impliciet. Tijd als moreel labyrint, zonder de
pretentie van een oplossing. Beklijvend door rust en precisie.
Marius Vahlkamp –
Hump of dump?
Een
woordspel met tentakels. De
opzet is flauw, de uitwerking nog flauwer. De punchline komt traag aangesjokt
en haalt de finish niet helemaal.
Ruben De Baerdemaeker
– Auditie
Een bizar en naargeestig toneel binnen een toneel. De auditie wordt een
identiteitscrisis, het publiek een spiegel. Vervreemdend en claustrofobisch,
met scherpe randjes. Een ongemakkelijk goed verhaal.
Frank Roger – Oog
voor detail
Een minimalistische dystopie die meer suggereert dan vertelt. De
controlemaatschappij in een notendop, maar het blijft vooral een
vingeroefening. Goed gevonden, matig uitgewerkt.
Bruno Lowagie – Een
kwestie van perspectief
Een gelaagd spel met waarneming, waarheid en subjectiviteit. De stijl is
beheerst, het idee zorgvuldig uitgewerkt. De titel krijgt steeds meer betekenis
naarmate het verhaal vordert. Een compacte filosofische fabel.
Thomas de Vries – De
allervreemdste manier om aan je einde te komen
Bizar, grotesk en ritmisch van toon. Het einde komt inderdaad vreemd, maar niet
zonder theatrale klasse. Dit verhaal geniet van zijn eigen waanzin. En terecht.
Guido Eekhaut – De
andere geschiedenis van de wereld
Een filosofische vertelling met meer lagen dan plot. Associatief proza met
ruimte voor interpretatie. Soms zwaar op de hand, maar altijd doordacht. Niet
voor tussendoor, wel voor wie iets wil herlezen.
Martine Pauwels – De
verloren prinses
Klassiek opgebouwd, verzorgd verteld. De prinses blijft als personage wat vlak,
maar het verhaal biedt voldoende kleur om te blijven boeien. Vertrouwd
in toon, maar zonder verrassende onderlaag.
Luc Vos – Toch!
Een kort en schijnbaar luchtig verhaal met een existentiële onderstroom. De
toon is opgewekt, maar de inhoud zingt donkerder na. Een vreemde mengeling van
hoop, onbegrip en aanvaarding. Verrassend effectief.
Marius Vahlkamp –
Gedicht ‘Een teken van leven’
Trefzeker en helder, met een licht weemoedige toon. Geen zwaarwichtigheid, wel
een compacte reflectie op bestaan en gemis. Een eenvoudig maar raak poëtisch
moment.
Alexandra Dingenauts
– La vie en blanc et rouge
Een zintuiglijk rijke tekst vol kleur en contrast. De symboliek is duidelijk
maar niet opdringerig. De sfeer zindert van onderdrukte onrust. Dit verhaal
fluistert met lippen vol wijn.
Hervé Suys – Justin
Case in Wonderland
Een ludieke woordspeling uitgerekt tot een achtervolging. De humor is aanwezig,
de spanning minder. Justin Case had misschien beter de uitgang gezocht.
Eveline van Dienst –
Wat mij toch ter (enorme) ore kwam!
Het verhaal holt achter zijn eigen anekdotiek aan. De toon is jolig, maar het
mist een echte kern. Een vertelling met veel uitroeptekens en weinig gewicht.
Peter De Backer –
Alice en het kraslotje
Een aardige allegorie over kans en lot, verteld met een glimlach. Wonderland
wordt hier gereduceerd tot kassaomgeving, wat het verhaal tegelijk origineel en
wat banaal maakt.
Frank Beckers – De
zaal met 10.000 spiegels
Een reflectieve vertelling over identiteit en illusie. De herhaling werkt
hypnotiserend, zonder eentonig te worden. Een spiegelpaleis met filosofische
nerven, subtiel in zijn herhaling.
Peter De Groot –
Opkikker
Een kort verhaal met komische inslag dat vooral draait op taalgrapjes. Geen
diepe laag, wel een kleine opflakkering van absurdisme. Voor wie Wonderland als
soep ziet.
Bruno Lowagie – De
liefde achterna?
Een romantische insteek, maar met voldoende ironie om niet sentimenteel te
worden. De vraag in de titel blijft knagen. Het slot is subtiel en waardig.
Bjorn J. Keus –
Wonderlands Museum van Waarheid
Een sterk concept, met een overtuigende uitvoering. De waarheid als museumstuk
levert zowel satire als reflectie. Intrigerend, gelaagd en slim opgebouwd. Een
waardig eerbetoon aan twijfel.
José Vandenbroucke –
Spiegelland … Hoe het verder ging
Een voortzetting die zichzelf bewust is van haar oorsprong. Het verhaal graaft
niet diep, maar weet wel elegant voort te borduren op bekende motieven. Een
nuchter nagesprek met het spiegelbeeld van een klassieker.
Paula Sheperd en
Maarten Luikhoven – Voor de rode spiegel
Een sfeervol en bedachtzaam verhaal waarin het spiegelmotief als persoonlijke
metafoor werkt. De symboliek wordt zorgvuldig opgebouwd, zonder te zwaar op de
hand te worden. De rode spiegel blijft hangen als beeld van zelfinzicht en
overgave.
Hay van den Munckhof
– De vierde proef
Klassiek avonturenverhaal met heldere structuur. De spanning is netjes
opgebouwd, het slot levert wat het belooft. Niets verrassends, maar degelijk
verteld. Een proeve van bekwaamheid, zonder pretenties.
Frank Beckers –
Cryptopuzzel ‘Waar is Alice?’
Een aardige gimmick, vooral voor de puzzelaars. De tekst is functioneel, de
literaire waarde blijft beperkt. Leuk als intermezzo, maar verwacht geen
diepgang in dit doolhof.
Edward van Egmond –
Jibberjabber
Taal als wapen, als wervelstorm, als totale ontregeling. Dit verhaal weigert
zich vast te pinnen. Chaotisch en grillig, maar met een duistere kern. Voor de
taaldronken lezer een feest met rafelranden.
Frank Roger – Slecht
gesynchroniseerd
Een nauwkeurige miniatuur over gemiste verbindingen. De toon is gelaten, de
verwarring subtiel. Geen grootse botsing, wel een langzame afglijding in
afzondering. Het einde is wrang en functioneel.
Beck Palmas –
Konijnenjacht
Vlot en energiek, met een stevige dosis absurdisme. De jacht ontspoort naar
verwachting. Geen diepzinnige analyse, maar een gestileerde achtbaanrit. Licht
verteerbaar en goed getimed.
Laura Scheepers –
Alyssa
Een psychologische insteek met sterk opgebouwde spanning. De vervreemding zit
in de details. Alyssa is niet zomaar een naam, maar een verwarring op zich.
Knap opgebouwde identiteitsvraag in sprookjesvorm.
Nele Callebaut –
Nobody Nowhere, Somebody Somewhere
Een verhaal over verdwijnen en verschijnen. De taal is beheerst, de inhoud
raakt. Een tragisch portret dat zich pas langzaam prijsgeeft. De
tegenstellingen in de titel worden voelbaar gemaakt zonder uitleg.
Finn Audenaert –
Alice en Skeleton Lode
Een avontuurlijk verhaal met rauwe randjes. Skeleton Lode is een intrigerende
locatie, het plot komt net iets te snel tot zijn einde. Toch beklijft de sfeer.
Alice als schaduwzoeker in een vreemd verlaten landschap.
Peter De Groot – De
boekhoudersquadrille
Alice serveert koekjes, filosofeert over het Niets en mikt op een boekhouder.
De koektrommel als existentialistisch object is verrassend. Maar de pointe
blijft droog als zandkoekjes.
Ada Martens –
Spelevaren op de Sillas en de Celadon
Een vrolijk vaaravontuur met een Egel en een Flamingo. Warm, lief, licht absurd
— maar meer riviercruise dan literair avontuur.
Elsbeth Boom –
Gebroken spiegels
Een gedicht met donkere beelden en symboliek van verval en vergankelijkheid.
Muzikaal, melancholisch en met een sterk gevoel voor ritme en mysterie.
Frank Beckers –
Cryptopuzzel: Waar is Alice? (oplossing)
Een nette afsluiter van een kindvriendelijke puzzel, maar literair dun. Het is
de sudoku onder de Wonderland-verhalen.
Nu, vierenzestig
verhalen en flink wat spiegelingen, paradoxen en pratende dieren later, kan ik
oprecht zeggen: dit was een wonderlijke reis. Natuurlijk, niet elk verhaal
raakte doel of hart, maar dat is ook niet de opzet van een bonte bundel als
deze. Waar zoveel stijlen, stemmen en invalshoeken samenkomen, is variatie
onvermijdelijk, en gewenst. Wat mij betreft was ruim zeventig procent van de
verhalen erg aangenaam tot ronduit sterk. En dat, lieve lezer, is een bijzonder
hoge score in een project waar absurditeit en artistieke vrijheid de regels
bepalen.
Of je nu houdt van
poëzie, parodie, filosofische spiegelspelletjes of literaire dolle dwalingen:
Wonderland heeft plaats voor velen. Zelfs voor iemand met een voorliefde voor
horror, schedels op porseleinen servies en zwart fluweel in het hart.
Petra Swaelmans
Horror- (en Alice) liefhebster en Wednesday-lookalike
Geen opmerkingen:
Een reactie posten