Met Karma en andere verhalen levert Peter Kaptein een indrukwekkende, hyperfuturistische bundel af waarin de vraag naar vrije wil, persoonlijke verantwoordelijkheid en maatschappelijke manipulatie centraal staat. Kaptein weeft complexe werelden, bevolkt door gemodificeerde mensen, artificiële entiteiten en postkapitalistische structuren, zonder ooit de menselijke kern uit het oog te verliezen. De bundel is ambitieus, rijk aan ideeën, en bij momenten duizelingwekkend qua reikwijdte en detail. Denk aan Delany, Banks en Stephenson, maar dan met een Nederlandstalige stem: ruw, poëtisch, en ongenadig eerlijk. Karma is geen lichte kost, maar een caleidoscopisch spiegelpaleis waarin ethiek, technologie en identiteit voortdurend botsen. Dit is sciencefiction op zijn breedst én diepst.
Mijn indrukken (en holy shit, dat waren er nogal wat) van de verhalen in deze bundel, in de hoop dat ik voldoende literaire knopen heb kunnen ontwarren:
Karma
Dit openingsverhaal lijkt op het eerste gezicht een archetypisch SF-sprookje over een onschuldige jongeman die drie magische munten ontvangt, maar Kaptein voert ons algauw diep het moeras in van ethiek, sociaal ontwerp en emotionele gevolgen van technologische wensvervulling. Rhodé’s keuzes voelen integer, maar de lezer wordt voortdurend geprikkeld om te twijfelen: wat is vrije wil nog waard als elk verlangen wordt ingeweven in een systeem dat alles bijhoudt, weegt, terugkaatst? De virtuele draak als morele poortwachter is een prachtige vondst. Toch struikelt het verhaal soms over zijn eigen uitweidingen: een iets strakkere redactie had de spanningsboog scherper gehouden. Desondanks: inhoudelijk intrigerend, moreel ambigu, met een volwassen benadering van causaal bewustzijn. Een indrukwekkende proloog voor wat volgt.
Kantelpunt
Met een thematisch scherp contrast tussen hyperintelligente kinderen en de emotioneel gestoorde volwassenen die hen opvoeden, werpt Kaptein een schrijnend licht op het falen van opvoedingssystemen in een posthumanistisch tijdperk. Esmea’s rebellie is krachtig, maar tegelijk verontrustend: is haar autonomie echt, of gewoon een simulacrum binnen een gecontroleerde opvoedings- en gedragspijp? De scène op het Rembrandtplein is meesterlijk in zijn ongemak. De technologie is overduidelijk, maar altijd dienend aan het menselijke conflict. Toch voelt het einde als een opluchting in plaats van een afronding. Kaptein toont veel lef hier, maar het verhaal balanceert soms op de rand van overdeterminatie. Wat blijft hangen: het pijnlijke inzicht dat je ouders nooit je gelijken zullen zijn, hoe slim je ook bent.
De stad is een pretpark
Een van de meest bijtende verhalen uit de bundel. Hier toont Kaptein zich op zijn vileinst, met een dystopie waarin optimalisatie en klanttevredenheid zijn verheven tot de ultieme staatsraison. De hoofdpersoon Zaf is een fascinerende contradictie: een technocraat met een ziel, een controlfreak met seksuele verlangens en existentiële twijfel. De sabotagepoging van de kinderen is briljant en subtiel, een kleine anarchie in een perfect georkestreerde wereld. Hier snijdt Kaptein diep: dit is geen satire maar een anatomische dissectie van een maatschappij die alle rimpels gladstrijkt tot er niets menselijks meer overblijft. Wel had de ontknoping iets minder gemakzuchtig gemogen; het effect van de sabotage lijkt al te makkelijk te dempen. Maar qua toon en concept: vlijmscherp.
Zoutwaterleidingen
Een episch mozaïekverhaal dat barst van de intrige, paranoia en sociale gelaagdheid. Kaptein schetst een alternatieve toekomst van Nederland waarin technocratische communes en criminele syndicaten vechten om de controle over infrastructuur. Het lichaam dat opduikt is slechts het begin van een labyrintische afdaling in macht, loyaliteit, afkomst en zelfbehoud. Behrin is een tragische held: beschadigd, slim, sensitief – en volledig gevangen in systemen die groter zijn dan hijzelf. De dialogen met Marcus en de Generaal behoren tot het beste wat Kaptein hier schrijft: messcherp, onthullend en psychologisch ondermijnend. Toch: het verhaal wil veel, en soms te veel. Er is bijna geen rustpunt, geen ademruimte. De slotdroom is prachtig, maar verdient beter geframed te worden. Een roman in vermomming. Grandioos, maar intens vermoeiend.
Point blanc / Ground Zero
Een hybride tekst waarin herinnering, identiteit en geweld samenkomen op een punt van maximale intensiteit. Kaptein kiest hier voor een veel fragmentarischer stijl, met citaten, gedachtenflarden, dreiging. De dubbele titel duidt al op het centrale spanningsveld: de afstand van het nulpunt versus de onontkoombare nabijheid van geweld. Dit is een verhaal dat je niet lineair leest, maar ondergaat als een mentale shock. Het werkt met herhaling, klank, abruptheid en schetst zo een ervaring van dissociatie die perfect past bij het onderwerp. Toch is het ook het minst toegankelijke stuk van de bundel: zonder voorkennis of context kan de lezer gemakkelijk afhaken. Kaptein offert hier bereikbaarheid op aan literaire durf, en dat valt te bewonderen, al niet altijd te genieten. Desondanks: een noodzakelijk breekijzer in de compositie van deze bundel.
Vervreemding
Een filosofische breuk met de voorgaande verhalen: minder actie, meer reflectie. Hier onderzoekt Kaptein de binnenwereld van een personage dat, in een doortranshumanistische wereld, zijn plaats niet meer vindt. De titel is geen toeval: dit verhaal draait volledig om het vervreemd zijn van jezelf, je lichaam, je sociaal-culturele habitat. De keuzes die het hoofdpersonage maakt zijn traag, voorzichtig, maar geladen met existentiële gewicht. Toch is dit ook het verhaal waarin de stijl het meest op de proef wordt gesteld: het proza schuurt tegen het zelfbewuste aan, soms neigend naar pretentie. Er zit schoonheid in de introspectie, maar ook veel herhaling. Dit verhaal leest als een spiegelzaal: fascinerend, verwarrend, en opzettelijk desoriënterend. Niet voor iedereen, maar binnen deze bundel een noodzakelijke pas op de plaats.
De onaangename aspecten van Jason Waterfalls
Een verhaal dat zijn titel waarmaakt: Jason Waterfalls is tegelijk een charismatisch centrum en een moreel vacuüm. Kaptein bouwt hier aan een geraffineerde karakterstudie binnen een barokke wereld die niet alleen fysiek, maar ook mentaal en seksueel is uitvergroot. De thematiek draait om macht, identiteit, het in stand houden van maskers – en de prijs die daarmee gepaard gaat. Het verhaal flirt met body horror en sociale satire, maar laat de lezer juist door zijn complexiteit steeds twijfelen: is Jason een product van zijn omgeving of de belichaming van alle verwording? De vorm – gelaagd, kronkelend, haast Proustiaans – zal niet iedereen bekoren. Maar Kaptein heeft iets te zeggen over charisma als wapen, en hij doet dat nietsontziend. Wat mist is misschien net één cruciale emotionele ankerplaats: de lezer wordt getuige, maar nauwelijks medeplichtige. Subliem ongemakkelijk.
De stilte
Hier begeeft Kaptein zich in het grensgebied tussen sciencefiction en literaire rouwverwerking. De stilte van de titel is meer dan de afwezigheid van geluid: het is de stilte van verlies, van betekenis, van identiteit na trauma. Het verhaal bouwt langzaam – misschien té langzaam – naar een beklemmende climax waarin stilte uiteindelijk niet alleen een omstandigheid is, maar ook een wapen. De wereld waarin dit plaatsvindt is rijk uitgewerkt, al voelt het soms alsof de thematiek zwaarder weegt dan de plot. Kaptein betoont zich hier een meester van suggestie, maar het verhaal blijft aan de koude kant. Je bewondert het, maar je voelt het minder dan je zou hopen. Niettemin: een cruciaal intermezzo dat rust en reflectie dwingt na de extatische chaos van Jason Waterfalls.
Plezier in een wereld na de ondergang
Een verhaal dat balanceert op het snijvlak van ironie en ernst. De protagonist zoekt plezier in een postapocalyptische setting die nog barst van technologie, maar geen moraal meer kent. Kaptein speelt hier een gevaarlijk spel: hij laat zijn hoofdpersoon genot najagen in een wereld waar genot geen waarde meer lijkt te hebben. En net daarin schuilt het briljante ongemak. Het verhaal is fragmentarisch, episodisch, en lijkt daar bewust voor te kiezen. De lezer wordt als het ware in stukken gesneden, telkens opnieuw gepositioneerd in scènes die wringen. Het plezier is bitter, de ondergang tastbaar. Toch laat de structuur soms te weinig cohesie toe: de thematiek verdient meer focus. Een sterk idee, pakkend uitgewerkt, maar aan de rand van zijn eigen grenzen.
Downsyndroom
Dit verhaal vraagt - of beter: eist - om een ethische lezing. Kaptein schetst een toekomst waarin genetische selectie en prestatiegericht denken zó ver zijn doorgedreven dat mensen met afwijkingen slechts in virtuele reconstructies lijken te bestaan. De manier waarop hij Downsyndroom inzet als zowel metafoor als werkelijkheid is gewaagd, en loopt het risico van instrumentalisering. Maar de auteur komt er mee weg door zijn oprechte poging tot representatie van menselijke waardigheid in een context die die waardigheid systematisch ontkent. Het hoofdpersonage balanceert op de grens tussen empathie en moreel superioriteitsbesef. Wat dit verhaal bijzonder maakt, is dat het zijn lezer moreel uitdaagt: wat voel je écht bij deze reconstructie van een ander leven? En durf je dat toe te geven? Niet het meest elegante verhaal, maar wel het meest ongemakkelijke. En terecht.
.. Diepe zucht ...
Zelden heb ik een bundel dichtgeslagen met zo’n mengeling van bewondering, uitputting en huiver. Karma en andere verhalen is geen verzameling verhalen, het is een staalkaart van denkwerelden. Een doolhof van ethiek, menselijkheid, wrok en hoop. Peter Kaptein schrijft zonder concessies. Zijn universum is hoogtechnologisch maar ontdaan van technologische naïviteit. Zijn personages – of ze nu kind, crimineel of kosmopolitisch burger zijn – dragen littekens, herinneringen en keuzes met zich mee die ons als lezers dwingen om ons eigen morele kompas voortdurend bij te stellen.
Wat mij het meest trof, is de rauwe eerlijkheid waarmee Kaptein zijn werelden opbouwt en tegelijk ondergraaft. Hij maakt zichtbaar hoe onze systemen – opvoeding, controle, verlangen, macht – ons vormen en misvormen. Niets blijft onbesproken. En nergens kun je wegkijken.
Maar laat dit ook een waarschuwing zijn. Dit is geen bundel om ‘even tussendoor’ te lezen. De verhalen vragen om aandacht, traagheid, overgave. Ze zijn rijk, maar niet altijd mild. Wie zich erop stort, zal beloond worden met werelden die lang blijven nazinderen, maar niet zonder schrammen.
Dus: bezint eer ge begint. Maar begin. Want literatuur die zowel de geest als de ziel uitdaagt, is zeldzaam. Kaptein levert precies dat.
Gelukkig had ik twee weken vakantie, precies genoeg om per dag 1 verhaal te lezen. Dat was ook wel genoeg per dag, want het voelde telkens alsof ik een heel boek had gelezen.
Nog een puntje van aandacht: kijk eens goed naar de cover die van Kaptein zelf afkomt en zie al de rijke details die daarin zijn aangebracht. Een pareltje om naar te kijken.
Petra Swaelmans
Horror recensente, Karma bewonderaarster en Wednesday-lookalike
Geen opmerkingen:
Een reactie posten