Nocturne, uitgegeven door Verschijnsel vzw, is geen bundel zoals je die op een regenachtige middag achteloos openslaat. Het is een barokke, gotische lijkwade van woorden die je strak om het hoofd wordt gewikkeld. In een reeks hallucinerende verhalen, met titels als Ganda Sum, Rattenkoning, Het boek Tegrath, De poppen en Nevermore Alone, word je ondergedompeld in een bezwerende, tijdloze Gentse droomwereld waar dood, wedergeboorte en esoterie zich vermengen tot een dwingende stroom van narratieve obsessie.
Ruyffelaert schrijft als een bezetene: zijn stijl is exuberant, klassiek getint, maar nooit steriel. Wie op zoek is naar hapklare horrorhapjes of de formule van een standaard kortverhaal kan deze bundel beter mijden. Wie echter durft verdwalen in een labyrint van reïncarnaties, mystiek-symbolische strijdtonelen, en perverse, barokke martelrituelen ... welkom. Nocturne is een dodenmis in prozavorm, een literaire kathedraal vol echo's van Baudelaire, Huysmans en Lovecraft.
Als recensente die leeft voor horror en haar tentakels graag uitstrekt naar alles wat duister, decadent en gotisch is, voelde ik mij thuis in deze bundel. Niet veilig - nooit veilig - maar thuis. Mijn oordeel volgt.
Ganda Sum
Een caleidoscopische liefdesverklaring aan Gent, die het stadsbeeld verweeft met reïncarnatie, esoterie en verloren liefde. De vertelstem is bezeten, de sfeer zintuiglijk en zwaar van geschiedenis. Ruyffelaert evoceert een stad die zowel vlees als geest is, vol bloed, steen en herinnering. Fascinerend en groots opgezet, maar niet licht verteerbaar. Het vraagt volledige overgave van de lezer.
Nocturne
Een gotisch dagboek van lucide dromen, vol grensverkeer tussen realiteit en esoterisch nachtlandschap. De schrijver flirt met krankzinnigheid, droomregie en existentiële isolatie. De sfeer is dromerig en claustrofobisch tegelijk, met echo's van Jean Ray en Borges. Hier treedt de dromer op als cartograaf van het irrationele. Een verhaal voor de geoefende lezer, maar vol beloning.
Promenade
Een melancholische wandeling door vergankelijkheid, waarin het banale en het barokke samenvloeien. De taal is muzikaal, de beelden zijn schaduwrijk. Dit verhaal voelt als een stil intermezzo, een adempauze (zonder lucht) tussen twee visioenen. Niet het sterkste van de bundel, maar het laat je onrustig terugkijken, alsof er iets belangrijks net buiten je blikveld gebeurde.
Rattenkoning
Een meesterlijk horrorverhaal waarin lichamelijk verval, collectieve waanzin en museumgruwel samensmelten. De rattenkoppen en misvormde vitrines herinneren aan Poe en Tod Browning. Ruyffelaert laat hier zijn meest wrede kant zien, met beelden die blijven plakken aan je netvlies. Degoutant en betoverend, dit is horror met tanden.
Het boek Tegrath
Een duister bibliotheekverhaal dat het midden houdt tussen esoterische fantasy en Lovecraftiaanse waanzin. Vervloekte boeken, organische kasten, ademende muren, alles ademt dreiging. De stijl is intens en decadent, bij momenten bijna obscuur, maar de beloning is een zinderende finale waarin kennis zelf het monster blijkt. Een ode aan de bibliomane horror.
Faust
Een bijtende hervertelling van de klassieke Faust-mythe, gesitueerd in een wereld waarin kennis en verdoemenis één en hetzelfde zijn. Hier geen pact met de duivel, maar een afdaling in een innerlijke hel van arrogantie en onmacht. De vertelstem is priemend, ironisch en bij momenten theatraal. Ruyffelaert toont zich hier een moreel verteller met sadistische precisie. Duister, wijs, en ongenadig.
Déjà vu
Een verhaal waarin tijd als een dodelijk kompas functioneert. We volgen een ziel die zijn eigen ondergang herbeleeft, als een existentiële loop. De stijl is weelderig, de sfeer unheimisch. De horror is niet grotesk maar sluipend: het gevoel dat alles al eerder gebeurde, maar dat je desondanks opnieuw zult falen. Een subtiele parel in de bundel.
De poppen
Krankzinnig, grotesk, en uitgesproken lichamelijk. Poppen als objecten van verering én afschuw, met een hoofdpersonage dat de grens tussen mens en marionet genadeloos laat vervagen. Dit verhaal tart je comfortzone. Wie horror enkel als amusement beschouwt, krijgt hier een koude douche. Origineel, ranzig, en onweerstaanbaar pervers.
Metamorfosen
Een kort maar intens filosofisch horrorverhaal over fysieke transformatie en identiteitsverlies. De toon is bezwerend; de beelden grotesk en bruut. Ruyffelaert speelt met het mythologische concept van verandering, maar vermijdt elke romantiek. Dit is Kafka, maar dan in leer en bloed. De horror is biologisch én existentieel.
Herinneringen uit de toekomst
Een verhaal dat sciencefiction, profetie en nostalgie op slimme wijze mengt. De verteller graaft in herinneringen die nog moeten plaatsvinden, en roept een wereld op waarin de tijd uit elkaar valt. De toon is weemoedig, bijna elegisch. Minder horror, meer melancholische speculatie. Een fascinerende stijlbreuk binnen de bundel, en een mooi rustpunt.
Angst, mijn spiegelbeeld
Psychoanalytische horror met een knipoog naar de spiegeltheorie van Lacan. De angst wordt hier letterlijk gemaakt, tastbaar, als entiteit of entropische kracht. De vertelstijl is compact maar snijdend. Wat begint als introspectie eindigt in psychose. Een van de meer cerebrale verhalen, zonder het lichamelijke te schuwen.
Nevermore alone
Een tragisch-spookachtig verhaal met gotische flair. Eenzaamheid wordt hier vormgegeven als fysieke ruimte én emotionele wurggreep. Ruyffelaert kruipt diep in de huid van zijn personage en bouwt gestaag aan een wereld van verstilling en verlies. Bij vlagen breekbaar en ontroerend, maar met de ondertoon van onafwendbare verrotting.
De droomwereld van Mahal
Een meesterwerk van nachtmerrielogica. Mahal is geen plek, maar een toestand, een droomstaat vol echo’s van Poe, Jean Ray en Dunsany. De wereld is simultaan magisch en dreigend, als een tempel vol spiegels die terugkijken. Dit verhaal is een barok altaar van droomproza. Wie het begrijpt, is verloren.
Il vit
Een poëtische, slotmatige reflectie op waarneming, tijd en dood. De verteller ‘leeft’ - of beter: is zich bewust van zijn bestaan - in een wereld waarin het leven zich ontvouwt als stil tableau. Het verhaal voelt als een epiloog, een laatste ademtocht van een ziel die al eeuwen rondspookt in spiegelsteden. Zacht, maar ijzingwekkend in zijn eenvoud.
Het weerbarstige wonder van Nocturne
Nocturne is geen bundel die je behaagt. Het is een bezwering, een necrologisch ritueel in boekvorm, geschreven in een stijl die zowel literair als grotesk is, bezwerend en volkomen eigenzinnig. Mark J. Ruyffelaert biedt geen toegankelijke horror in moderne jas - hij roept een diepe, Europese traditie op waarin gotiek, mystiek en existentiële angst samenkomen tot een macabere symfonie.
Wat deze bundel uniek maakt binnen de Nederlandstalige horrorliteratuur, is haar compromisloosheid. Geen Amerikaanse plotstructuren, geen pulpflirts, maar tekst als labyrint: gelaagd, referentierijk, bezeten van symboliek en taal. Nocturne leest als een literaire graftombe, gevuld met echo’s van Baudelaire, Poe, Lovecraft en Jean Ray - maar steeds gefilterd door een Vlaamse, historisch beladen bril.
Dit boek is geen opstapje voor beginnende horrorlezers. Het is een altaar voor gevorderden. Een monument in ons taalgebied dat bewijst dat Nederlandstalige horror niet bang hoeft te zijn voor intellect, barok of metafysisch gewicht. Een werk dat fluistert, bijt, verwart en beklijft.
Precies zoals het moet.
Petra Swaelmans
Horror recensente & Wednesday-lookalike
Geen opmerkingen:
Een reactie posten